Leerlingen met potentie willen we zo snel mogelijk in beeld hebben. De (warme) overdracht vanuit de basisschool is hiervoor een belangrijke informatiebron. Ook gegevens uit extern uitgevoerde onderzoeken worden meegenomen. Daarnaast verzamelen we zelf gegevens die kunnen wijzen op hoogbegaafdheid.
In de eerste maanden van de eerste klas nemen we bij alle leerlingen de IST (Intelligenz Struktur Test) en de SAQI (School Attitude Questionnaire Internet) af, zodat we van alle leerlingen vergelijkbare gegevens hebben. De SAQI wordt ook in klas 2 en 3 afgenomen.
Deze gegevens combineren we met ons algemene beeld van een leerling, de cijfers, de informatie van de leerling zelf en de ouders. Leerlingen die op een of meerdere punten eruit springen worden zo snel mogelijk geleid naar een voor hen passend aanbod. Leerlingen van wie we denken dat ze minder presteren dan ze in hun mars hebben krijgen ook extra begeleiding (zie 9.7).